Let op: deze pagina laat de collectieve arbeidsovereenkomsten (cao) buiten beschouwing wat betreft collectieve loonafspraken voor werknemers (tenzij het een expliciet overeengekomen zzp-toeslag betreft). Zie voor een overzicht van alle cao’s in de culturele en creatieve sector onze cao-kaart.
Binnen de sector podiumkunsten zijn er meerdere tariefafspraken en honorariumrichtlijnen van toepassing maar deze worden niet altijd door alle sociale partners/partijen gedragen. Zo is er een honorariumtabel opdrachten voor componisten (let wel: sinds de inrichting hiervan in 2008 niet meer geïndexeerd!) waar door het Fonds Podiumkunsten (FPK) bij een subsidieaanvraag wel naar wordt verwezen maar niet als harde vereiste lijkt te worden gebruikt.
Voor een aanvraag voor een projectbijdrage bij Sena Performers geldt dat binnen een project een minimumgage aan de optredende musici dient te worden uitbetaald van €250,- per muzikant. Hiervan kan alleen worden afgeweken wanneer dit in de aanvraag voldoende gemotiveerd wordt (bijvoorbeeld in het geval van zeer grote bezettingen of educatieve projecten).
Verder is er in de cao Toneel en Dans sinds 2016 een zzp-toeslag opgenomen. Deze bepaling is ook in 2022 algemeen verbindend verklaard. Hierdoor zijn alle werkgevers die onder de werkingssfeer vallen in beginsel verplicht om zelfstandigen die dezelfde soort werkzaamheden verrichten als een werknemers in loondienst, een honorarium te betalen dat minimaal 150% bedraagt van het loon van een reguliere werknemer.
In de cao Nederlandse Podia en de cao Poppodia en -Festivals zijn zzp-toeslagen overeengekomen van respectievelijk 45% en 50%. In tegenstelling tot de cao Toneel en Dans zijn deze cao's zijn niet algemeen verbindend verklaard en de regeling is dan ook alleen van toepassing op aangesloten werkgevers.
De onder kunst- en cultuureducatie genoemde tarievenlijst van de NVZ kent ook op het gebied van podiumkunsten (denk aan koorzangers, solisten, dagoptredens voor pop/jazz/wereldmuziek en operette/opera) richtlijnen.
Vanaf 1 oktober 2022 krijgen muzikanten die een optreden verzorgen in radio- en tv-programma’s op de publieke omroep in principe altijd een vergoeding. Er geldt een minimumgage van 250 euro per artiest of 1000 euro per act. Daarnaast worden reiskosten en lunch of diner (wanneer van toepassing) vergoed. De afspraak geldt voor alle programma’s op de publieke omroep.
Minimumtarief
Belangrijk om te beseffen is dat het gaat over een minimumtarief, waarvan in positieve zin kan worden afgeweken, bijvoorbeeld bij artiesten die extra tijd investeren in een speciaal optreden of bij een artiest die al ver gevorderd is in diens carrière. De enige reden om in negatieve zin van de minimumgage af te wijken, is als een artiest al van een derde een gage ontvangt. Bijvoorbeeld in het geval dat een liveoptreden waarvoor al wordt betaald op een festival wordt uitgezonden in een NPO programma.
De Bond van Orkestdirigenten en Instructeurs (BvOI) publiceert jaarlijks een lijst van adviestarieven waarbij rekening wordt gehouden met de zwaarte van de opleiding, het aantal jaren ervaring van de dirigent en het niveau waarop de muziekvereniging functioneert.
Ten slotte worden ook in de podiumkunsten de eerder genoemde tarieflijsten van Kunstenbond/Ntb en Vrije KNTV gehanteerd.