Wordt de Wet DBA afgeschaft? En wat komt er voor in de plaats?

Rogier Wennink
Rogier Wennink Platform ACCT • 15 Mrt 2021
Wordt de Wet DBA afgeschaft? En wat komt er voor in de plaats?

Zoals ook te lezen valt in ons artikel over de controle op de naleving van de Wet DBA, broedt het kabinet op alternatieve wetgeving van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (DBA). Inmiddels krijgt deze nieuwe wetgeving steeds meer vorm. De verwachting is dat in de loop van 2021 de opdrachtgeversverklaring wordt ingevoerd. Aan de hand van een webmodule waarin opdrachtgevers de aard van een samenwerking met een zzp’er vastleggen, moet duidelijkheid worden verschaft over de werkrelatie. In dit artikel lichten we een en ander toe.

Streep door minimumtarief

In eerste instantie gaf het kabinet aan te willen werken met een minimumuurtarief voor zzp’ers, dat had een belangrijk criterium moeten zijn om schijnzelfstandigheid op te sporen. Inmiddels is echter besloten dat het kabinet toch af ziet van zo’n wettelijk minimumtarief, zo schrijven minister Koolmees en staatssecretaris Vijlbrief in hun voortgangsbrief ‘werken als zelfstandige’.

Pilotperiode voor webmodule

Wel heeft het kabinet aangekondigd dat met de eerder aangekondigde webmodule een pilot wordt gestart. Hierover wordt na het zomerreces meer informatie verwacht. Aangezien het ‘handhavingsmoratorium’ afloopt op 1 januari 2021 en voor de pilotfase van de webmodule een halfjaar is uitgetrokken is de verwachting dat de handhaving van de Wet DBA ook na 1 januari a.s. verlengd zal worden.

Voor aanvullende informatie kun je onder meer terecht op de website van de KvK. Daar is ook een lijst met veelgestelde vragen te vinden. Ook kan contact worden opgenomen met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) via [email protected]

Veelgestelde vragen

Nee, mocht de opdrachtgeversverklaring daadwerkelijk het levenslicht gaan zien, dan is het zeer de vraag welke zekerheid die biedt voor opdrachtgever en opdrachtnemer. Een opdrachtgever kan zich namelijk slechts op de opdrachtsgeversverklaring beroepen als de vragenlijst naar waarheid is ingevuld en de feitelijke werkzaamheden worden verricht zoals in de verklaring staat beschreven. Er blijft dus een risico op herkwalificatie van de overeenkomst van opdracht door de Belastingdienst.
Aangezien een opdrachtgeversverklaring geen volledige zekerheid biedt, blijft het een relevante vraag wie het risico op naheffing dient te dragen. De loonheffing die de Belastingdienst kan naheffen, bestaat uit vier componenten: loonbelasting, premies volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekeringswet. De premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw mogen echter niet worden verhaald op de opdrachtnemer, in artikel 20 van de Wet financiering sociale verzekeringen (WFSV) staat hiervoor een verhaalsverbod. Dat betekent dat alleen de loonbelasting en de premies volksverzekering mogen worden verhaald worden op de opdrachtnemer. Meer informatie lees je in ons artikel Mag de opdrachtgever een boete van de Belastingdienst verleggen naar de opdrachtnemer?

Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie

Bijlage ‘Vragenlijst standaard’ | Rijksoverheid.nl

Bijlage ‘Weging standaard vragenlijst’ | Rijksoverheid.nl

 

Foto door Glenn Carstens-Peters via Unsplash