In de culturele en creatieve sector is het gebruikelijker dan in andere sectoren dat er bij het uitvoeren van een overeenkomst van opdracht auteursrecht ontstaat. In dit artikel besteden we aandacht aan wie het auteursrecht toekomt. Over de juridische beoordeling wanneer auteursrecht tot stand komt wordt in dit artikel geen aandacht besteed.

Aan wie komt het auteursrecht toe?

Gemakshalve gaan wij ervan uit dat het auteursrecht (zoals dat ook uit de wet voortvloeit conform artikel 1 juncto artikel 7 Auteurswet) automatisch aan de maker toekomt. Dat is dus in de meeste gevallen de opdrachtnemer.

Wanneer moeten er afspraken worden gemaakt over auteursrecht?

In beginsel is het verstandig om, al wanneer er geringe twijfel bestaat of er gedurende de uitvoering van de opdracht auteursrecht tot stand komt, daarover schriftelijke afspraken te maken. Het wettelijke uitgangspunt is nogmaals: auteursrecht komt de maker toe. Het kan echter onder omstandigheden gerechtigd zijn om overeen te komen dat de opdrachtnemer het auteursrecht overdraagt, of liever, een (onbeperkte) licentie afgeeft voor het gebruik van het werk. Hier dienen opdrachtgever en opdrachtnemer echter wel terughoudend mee om te gaan. Leg afspraken altijd schriftelijk vast, het liefst ondertekend door beide partijen!

Voorbeelden van overeenkomsten met auteursrechtoverdracht in de kunst- en cultuursector

Ter illustratie van een modelovereenkomst waarin een bepaling over auteursrecht is opgenomen kunnen we de modelovereenkomst voor kunst- en cultuureducatie nemen. Daarin is onder artikel 11 het volgende opgenomen:

Alle rechten met betrekking tot producten van de geest, die opdrachtnemer in het kader van de overeenkomst ontwikkelt of gebruikt, komen toe aan opdrachtgever voor zover deze niet reeds aan derden toebehoren.

Artikel 11 – Intellectueel eigendom, Modelovereenkomst Kunst-en Cultuureducatie

Men kan zich afvragen of een dergelijke bepaling thuishoort in een overeenkomst voor kunst- en cultuureducatie. Zeker wanneer de opdracht slechts het verzorgen van kunsteducatieve lessen aan een cursist behelst. Mocht er dan (toevalligerwijs) auteursrecht ontstaan, bijvoorbeeld doordat de docent in de loop der tijd een lesmethodiek ontwikkelt, dan is het sterk de vraag of dat overgedragen behoort te worden aan de opdrachtgever.

Laat het duidelijk zijn dat een auteursrechtelijk werk dat niet in het kader van de overeenkomst is gemaakt (de genoemde docent is bijvoorbeeld naast zijn reguliere werkzaamheden bij de muziekschool ook werkzaam als componist/tekstschrijver) nooit onder de reikwijdte van bovenstaande artikel kan vallen.

Overigens kan men zich afvragen of de genoemde lesmethodiek ‘in het kader van’ de overeenkomst is gemaakt. Veelal zullen in de overeenkomst van opdracht de werkzaamheden zijn beperkt tot het voorbereiden en geven kunsteducatie. In dat geval is het verdedigbaar dat het auteursrecht op de lesmethodiek niet overgaat.

Anders wordt het wanneer de opdracht specifiek ziet op het ‘vervaardigen van een lesmethode voor kunst- en cultuureducatie’. In dat geval is het wel verdedigbaar dat het auteursrecht overgaat. Maar let dan wel op dat er (aanvullende) afspraken worden gemaakt over het gebruik van het materiaal (zie ook het vorige kopje).

 

Foto door Markus Winkler via Unsplash